Berend

Foto paard en wagen met (vader)Hanne Wilzing, zoon Jan (vinder van het kasboekje) en Harm Hoen bij boerderij Smeerling 6 (nu Sluisweg 21).

Op deze website vindt u korte fragmenten van de verhalen over Aaltje, Boele, Wupke en Berend. De volledige verhalen kunt u lezen in het boekje “Aaltje”.

(Westerwolde)
Berend

Feberwoarie 1966. Aargens in t ènne van joaren zesteg kwam n amtenoar van gemainte Onstwedde hoes aan hoes in Smilke n rolle plestieken puten bringen mit bosschop: t voel mout in t vervolg bie de weg en wordt den ophoald. Dat was wat nijs. Generoatsies laank begruiven Smilkers rommel op t aarf, verbrande ze t of brochten ze t noa t boerplak. t Grode boerplak zat achter Lutje Taange aan weg noa Laang Houve. t Was n douze-achtig stukje grond: zompeg en mit stroekjederij. Nich dat ze der veul lopen mor t zol n schatkoamer weden veur archeologen. Mor nich allaint veur archeologen, biezetten ook wol veur Smilkers. Bievubbeld veur Berend Wilzing, achterachterklaainzeun van Aaltje en veur zien voader Hanne.


‘Loave dizze ol bezzems ook mor vot doun. Dij bint ja haildaal verdreugd.’ Hane Wilzing gooit ze bie aander rommel op korre dij al sikkom vol is. Lutke Berend van zeuven helpt. Mit heur baaident rumen ze dele op. Alles van metoal hebben ze al apaart zet veur ol-iezerboer.
‘Kom Berend non spanve peerd der veur en rieve vot. Zet voldeuren man alvast open.’ Astra, de Duutse herdershond, springt achter op korre en Berend kropt bie pabbe op bokke. Even loater rieden ze over Schotenweg noa t boerplak, t stee woar Smilkers heur ol rommel bringen.


‘Woar die’, ropt pabbe en doar vlaigen ol stevels deur de lucht. Ain stevel blif rechtop stoan, doar kìn je zo instappen. Even loater komt der n kunstmiszak mit rommel dele. Der vaalt speulgoud oet. n Autootje. Dij hef Berend al n hail zet nich zain. Achterwielen bint der òf mor wieder is t ding nog goud, ducht hom. As e nog ais wieder in puut zöcht vindt e ook nog moekes olle mixer. Dij is wol stukkend mor je kìnnen der nog wol mooi aan drijen. Misschien kìn e der wol n helikopter van mokken. Doar komt e n ol raime tegen. Gespe is broken mor as e der n stukje taauw aan knupt kìn e der, mit zien buurvriendjes Ernstje en lutje Haarm, ja mooi koiboitje mit speulen. Hai legt zien schatten gaauw op bokke under zien jaske.


(Nederlands)
Berend
Februari 1966. Ergens eind jaren zestig kwam er een ambtenaar van de gemeente Onstwedde huis aan huis in Smeerling een rol plastic zakken brengen met de boodschap: het huisvuil moet voortaan bij de weg worden gezet en wordt dan opgehaald. Dat was iets nieuws. Generaties lang begroeven de Smeerlinger hun afval op het erf, verbrandden het of brachten het naar het zogenaamde ‘boerplak’, de gemeenschappelijke stortplaats. Het grote boerplak lag achter Kleine Tange aan de weg naar de Lange Hoeve. Het was een wild stukje grond: drassig en begroeid met struiken. Je treft ze er niet veel aan, maar het zou een schatkamer zijn voor archeologen. Maar niet alleen voor archeologen, maar soms ook wel voor de Smeerlingers zelf. Bijvoorbeeld voor Berend Wilzing, achterachterkleinzoon van Aaltje en voor zijn vader Hanne.


‘Laten we deze bezems ook maar weggooien. Ze zijn helemaal verdroogd.’ Hanne Wilzing gooit ze bij de andere rommel op de wagen die al bijna vol is. Kleine Berend van zeven helpt. Samen ruimen ze de schuur op. Alle metalen voorwerpen hebben ze al apart gezet voor de oudijzerboer.‘Kom Berend, nu spannen we het paard ervoor en rijden weg. Zet de schuurdeuren maar alvast open.’ Astra, de Duitse herdershond, springt achter op de wagen en Berend kruipt bij vader op de bok. Even later rijden ze over de Schotenweg naar het boerplak, de plek waar de Smeerlingers hun rommel brengen.


‘Pas op’, roept vader en daar vliegen oude laarzen door de lucht. Eén laars blijft rechtop staan, daar kun je zo instappen. Even later komt er een kunstmestzak met rommel naar beneden. Er valt speelgoed uit. Een autootje. Die heeft Berend al een hele tijd niet gezien. De achterwieltjes zijn er af maar verder is het ding, volgens hem nog goed. Als hij nog wat verder in de zak snuffelt, vindt hij ook moeders oude handmixer. Die is stuk maar je kunt er nog wel mooi aan draaien. Misschien kan hij er wel een helikopter van maken. Daar komt hij een oude riem tegen. De gesp is gebroken, maar als hij er een stukje touw aan knoopt kan hij er met zijn buurvriendjes Ernstje en kleine Harm mooi cowboytje mee spelen. Hij legt zijn schatten gauw op de bok, onder z’n jasje

Foto van de 8 jarige Berend met de hoed van zijn vader