Kasboekje

Het teruggevonden deel van het kasboekje bestaat uit 47 bladzijden. De bedragen staan in drie kolommen: guldens, stuivers en duiten. Er gingen acht duiten in een stuiver. De duit werd in 1816 bij de decimalisatie van het Nederlandse geldstelsel afgeschaft. Het kasboekje is een genaaid schriftje, formaat 20×16 cm. De eerste aantekening van een uitgave is van 8 september 1773 en eindigt op 26 april 1810. De eerste uitgaven waren voor de minderjarige zusters van Hindrik Joesten Hoisingh (vader van Aaltje) Ike, Harmke en Geertje.

Foto kasboekje 1793 ‘mijn heer pikkert’

De teksten zijn veelal fonetisch, in spreektaal, geschreven. Zo wordt bijvoorbeeld notaris Piccard uit Oude Pekela heer ‘Pikkert’ genoemd wordt. In de 18e eeuw werd papier handmatig gemaakt van tot pap fijngemalen katoenen lompen. Men schepte de pap met frames van koperdraad. Dit is nog in de structuur van het papier van het kasboekje te zien. Vervolgens legde men dit op vilt (koetsen). Voor de beschrijfbaarheid werd de oppervlakte daarna gelijmd met beendermeel (bron: DBNL).

Het kasboekje hebben we voor u ingescand en de pagina’s zijn te bekijken via deze link.
U kunt iedere afbeelding dan afzonderlijk aanklikken om hem te vergroten.

En om het nog wat gemakkelijker te maken heeft Hanne Wilzing ook nog een transcriptie gemaakt.
Lees de transcriptie en bronnen: Kasboekje transcriptie met bronnen 06-2020